KFOR.


Kosovo Force (KFOR) (Cyrillisch alfabet: КФОР),

is een door de NAVO geleide internationale vredesmacht die de vrede en veiligheid bewaakt in Kosovo.


Inleiding

In 1974 kreeg Kosovo in de Joegoslavische grondwet de status van autonoom gebied binnen de deelrepubliek Servië. De bevolking was toentertijd verdeeld in Kosovaren (de meerderheid) en Serviërs (de minderheid); President S. Milošević ontnam Kosovo in 1989 de autonome status en vervolgens verloren de Albanezen de rechten die hun eigen taal en cultuur zouden garanderen. In de jaren negentig ontstond mede hierdoor een gewapende strijd in Kosovo, die in 1998 ook de buurlanden in een oorlog dreigde te betrekken. In februari 1999 werd een bemiddelingspoging tussen de Serviërs en de Albanese Kosovaren gedaan maar die had geen succes omdat de Serviërs het akkoord niet wilden tekenen, ondanks dat er grote druk werd uitgeoefend door de Verenigde Naties en de NAVO. Hierop werden er, met toestemming van de Noord-Atlantische Raad, vanaf 24 maart 1999 luchtaanvallen uitgevoerd op de Federale Republiek Joegoslavië; deze luchtaanvallen moesten een einde maken aan de acties en zuiveringen die het Joegoslavische leger, politie-eenheden en ongeregelde militiesuitvoerden in Kosovo. Ze waren vooral gericht op luchtverdedigingssystemen, verbindingscentra en aanvoerlijnen van het Joegoslavische leger; later werden ook politie- en legereenheden onder vuur genomen. Tijdens deze strijdhandelingen werden de Joegoslavische havens door schepen van de NAVO geblokkeerd. Op 9 juni 1999 ging Belgrado akkoord met een staakt-het-vuren en trokken de leger- en politie-eenheden zich terug uit Kosovo; Operatie Allied Force werd op 20 juni beëindigd. In het begin bestond KFOR uit 50.000 militairen. Dat aantal werd in de loop der tijden steeds meer teruggebracht; eind 2005 bestond KFOR uit 17.000 militairen. In de daarop volgende jaren nam de sterkte van KFOR verder af tot ongeveer 14.000 militairen. Op 1 februari 2010 werd een reductie ( de zgn. Gate 1) van circa 14.000 naar 10.000 militairen afgerond. Het besluit over de vervolgstap ( de zogenaamde Gate 2) was toen nog niet door de NAVO genomen. Gate 2 hield een verdere reductie in van 10.000 militairen naar 5.500 militairen. Binnen KFOR was al wel een aanzet gegeven naar de omvorming van de Multinational Task Forces structuur naar een structuur van Multinational Battle Groups.



Werkwijze

Op 10 juni 1999, toen Joegoslavië akkoord was gegaan met de door de NAVO afgedwongen ontruiming van Kosovo, besloot de Veiligheidsraad in resolutie 1244 tot een civiele en militaire operatie in Kosovo. De Verenigde Naties zou verantwoordelijk zijn voor:

De humanitaire hulpverlening;

De wederopbouw;

Het interim-bestuur;

De opbouw van een nieuw overheidsapparaat.

Ten einde dit civiele doel te realiseren werd de United Nations Mission in Kosovo (UNMIK) opgericht. Het militaire gedeelte van de operatie, onder meer operatie Joint Guardian, zou uitgevoerd worden door de door de NAVO geleide vredesmacht Kosovo Force of KFOR. Deze troepen trokken vanaf 12 juni 1999 Kosovo binnen.

Het plan de campagne voor de KFOR was de volgende:

Joegoslavische eenheden zouden zich terugtrekken (op 20 juni voltooid);

Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en de Verenigde Staten kregen, als de belangrijkste troepenleveranciers, ieder een eigen sector toebedeeld;

De overige troepenleverende landen, waaronder Rusland, werden verdeeld over deze vijf sectoren;

De Duitse 12 Panzerbrigade werd vanaf 23 juni de Multinational Brigade South (MNB-South) genoemd.


Operaties

De KFOR was tijdens de operatie verantwoordelijk voor de handhaving van de staakt-het-vuren en het scheppen van voorwaarden waaronder de vluchtelingen, met name de Albanese Kosovaren, veilig terug konden keren. Hiertoe dienden de volgende taken te worden uitgevoerd: de leden van de bevrijdingsbeweging der Kosovaren, de UCK, moesten ontwapend worden (tot 26 september toen deze organisatie ophield te bestaan), mijnen moesten worden geruimd, grenscontroles gedaan, het UNMIK moest ondersteund worden en de eigen bewegingsvrijheid en die van de internationale organisaties moest verzekerd worden.


Cijfers

Commandant was: 

generaal-majoor Erhard Drews.

 

29 landen namen deel;

Totaal aantal manschappen: 6.226

(inclusief ongeveer 700 man KFOR operationele reservetroepen)

Laatste Cijfers


(Informatie afkomstig van nl.wikipedia)